Seksverslaving: de uitgebreide zelftest

Als je veel seks hebt of je masturbeert vaak, wil dat helemaal niet zeggen dat je een seksverslaving hebt.

Natuurlijk heeft verslaving óók te maken met hoeveel seks je hebt, maar veel belangrijker is de rol van seks in jouw leven. Deze seksverslavingstest geeft inzicht in de mate waarin bij jou sprake is van kenmerken die passen bij seksverslaving of problemen rondom hyperseksualiteit. Hierna volgen in het totaal 139 vragen over je omgang met (veel) seks en ook over hoe je je in het algemeen voelt. De invultijd bedraagt ongeveer 20 minuten.

Antwoorden op deze seksverslavingstest worden gepseudonimiseerd en zijn dus niet naar jou te herleiden. Deze testresultaten worden gebruikt voor onderzoek dat Sekned samen met de Open Universiteit uitvoert om beter inzicht te krijgen in de kenmerken van seksverslaving. Hieronder kun je aangeven of je ermee akkoord gaat dat jouw gepseudonimiseerde gegevens worden gebruikt.

Er volgen nu eerst 17 meer algemene vragen over hoe je met seks omgaat en of je behoefte hebt aan hulp voor je omgang met te veel seks.

1. Hoe tevreden ben je met je seksleven?

2. Zie je jezelf als seksverslaafd?

3. Heb je nu hulp voor seksverslaving?

4. Heb je in het verleden hulp voor seksverslaving gezocht?

5. In hoeverre heb je behoefte aan hulp voor problemen met seksverslaving?

6. Heb je een relatie op dit moment?

7. Hoe vaak had je het afgelopen half jaar een orgasme?

8. In het afgelopen half jaar heb ik

9. Met hoeveel verschillende personen heb je seks gehad het afgelopen half jaar?

Beweeg de schuif naar het juiste aantal. Kies ook bij meer dan 20 personen 20

10. Hoe vaak heb je seks met een partner gehad het afgelopen half jaar?

11. Van welke seksuele activiteiten maak je gebruik (meerdere antwoorden mogelijk)?

12. Welk van de seksuele activiteiten waar je gebruik van maakt, is het meest problematisch voor je?

Slechts één antwoord mogelijk.

13. Hoe vaak kijk je porno?

14. Hoeveel minuten kijk je gemiddeld porno per keer?

15. Wat is je geslacht?

17. Geef op basis van een zelfevaluatie aan waar jij jezelf ziet op het continuüm van seksuele oriëntatie.

Belangrijk: Hieronder staan verschillende uitspraken en vragen over hoe je met seks omgaat (59 items, invultijd 8 minuten). Kijk voor je antwoord vooral naar het afgelopen half jaar. Onder seks verstaan we: iedere activiteit om seksuele opgewondenheid op te wekken en seksueel plezier te ervaren. Voorbeelden zijn: zelfbevrediging, pornogebruik, gemeenschap met een partner, orale seks, anale seks. Seks kan zowel seks met jezelf of seks met een ander betekenen.

18. Ik voel dat m’n verlangen seks steeds meer toeneemt.

19. Ik verknoei door seks dingen die ik belangrijk vind.

20. Ik richt me op seks als ik geen schaamte wil voelen.

21. Ik voel me nerveus en rusteloos als ik stop met seks.

22. Ik heb het gevoel dat ik vastzit in m’n seksuele gedrag.

23. Ik voel me leeg en niet vervuld na seks.

24. Ik hou voor mensen dichtbij me verborgen hoe ik met seks omga.

25. Ik zoek seks op om aan gevoelens van wanhoop te ontsnappen.

26. Seks geeft me een slecht gevoel over mezelf.

27. Ik heb weinig plezier in seks.

28. Ik krijg van anderen te horen dat ik beter kan stoppen met bepaald seksueel gedrag.

29. Ik ga aan seks denken als ik me down voel.

30. Ik schaam me achteraf over de seks die ik had.

31. Ik geef me over aan seks als ik me angstig voel.

32. Mijn seksuele gedrag past binnen de afspraken van mijn relatie.

33. Nemen gedachten aan seks je in beslag?

34. Verberg je sommige seksuele gedragingen voor anderen?

35. Probeer je met anderen te praten over seksueel gedrag dat je niet meer wilt?

36. Heb je anderen wel eens emotioneel pijn gedaan door je seksuele gedrag?

37. Voel je je overheerst door je seksuele verlangens?

38. Voel je je neerslachtig als je seks hebt gehad?

39. Ik gebruik seks om de zorgen van de dag te vergeten

40. Ook al heb ik mezelf beloofd bepaald seksueel gedrag niet te herhalen, doe ik het toch telkens weer opnieuw.

41. Bezig zijn met seks maakt dat ik me minder eenzaam voel.

42. Ik laat me in met seks terwijl ik weet dat ik er later spijt van krijg.

43. Ik geef belangrijke dingen op voor seks.

44. Ik neem mijn toevlucht tot seks als ik niet goed in m’n vel zit (bijvoorbeeld als ik gefrustreerd, boos of verdrietig ben).

45. Mijn pogingen om mijn seksuele gedrag te veranderen mislukken.

46. Als ik me rusteloos voel, gebruik ik seks om weer tot rust te komen.

47. Mijn seksuele gedachten en fantasieën leiden mij af als ik belangrijke dingen te doen heb.

48. Op seksueel gebied doe ik dingen die tegen mijn normen en waarden ingaan.

49. Zelfs als mijn seksueel gedrag onverantwoord of roekeloos is, vind ik het moeilijk om ermee te stoppen.

50. Het voelt alsof mijn seksuele behoefte me in een richting stuurt die ik niet wil.

51. Met seks bezig zijn helpt me om met stress om te gaan.

52. Mijn seksuele gedrag beheerst mijn leven.

53. Mijn seksuele behoeften en verlangens zijn sterker dan mijn zelfdiscipline.

54. Seks geeft me een manier om met emotionele pijn om te gaan.

55. Seksueel gedraag ik me, denk ik, niet goed

56. Ik gebruik seks als een manier om met m’n problemen om te gaan.

57. Mijn seksuele activiteiten botsen met m’n verplichtingen voor school of werk.

58. Hoewel mijn seksueel gedrag onverantwoordelijk of roekeloos was vond ik het moeilijk te stoppen

59. Ik kon mijn seksuele lust/drang en verlangens niet onder controle krijgen

60. Mijn seksuele verlangens beheersten me.

61. Seks is het belangrijkste in mijn leven geweest.

62. Ik zou liever seks hebben gehad dan iets anders te hebben gedaan.

63. Als ik seks kon hebben, werd al het andere onbelangrijk.

64. Ik was maar kort in staat om mijn seksuele drang te beheersen voordat ik me er weer aan overgaf.

65. Pogingen om de hoeveelheid seks die ik had te beperken, lukten bijna nooit.

66. Ik was niet in staat de hoeveelheid seks die ik had te verminderen.

67. Ik had seks zelfs als ik er niet meer van kon genieten.

68. Hoewel seks niet meer zoveel plezier gaf als eerst, had ik toch seks.

69. Hoewel mijn seksleven niet meer zo bevredigend was als eerst, had ik toch seks.

70. Ik maakte belangrijke taken niet af vanwege mijn seksueel gedrag.

71. Mijn seksuele drang en impulsen veranderden me op een negatieve manier.

72. Mijn seksuele gedragingen hinderden me in mijn werk en/of opleiding.

73. Mijn seksuele gedragingen hadden negatieve impact op mijn relaties met anderen

74. Ik ben in de war geweest over mijn seksuele gedragingen

75. Mijn seksuele activiteiten tastten mijn vermogen om gezonde seks te hebben aan

76. Ik ben vaak in een pijnlijke/gênante situatie beland vanwege mijn seksueel gedrag.

De volgende 48 vragen gaan over hoe je algemene welbevinden. Kijk naar hoe je je in de afgelopen week, met vandaag erbij, hebt gevoeld. Denk niet te lang na over je antwoorden, het eerste wat in je opkomt is vaak het beste.

77. Ik was kortademig zonder dat ik mij inspande.

78. Ik voelde mij vertraagd of langzaam

79. Ik was ontevreden

80. Ik werd angstig in een menigte van mensen

81. Ik had hartkloppingen

82. Ik had moeite met het nemen beslissingen

83. Ik kon nergens van genieten

84. Ik durfde open ruimtes, zoals een plein, niet over te steken

85. Ik voelde stress op mijn werk of studie.

Als je niet werkt of studeert: Ik voelde stress bij m'n dagelijkse verplichtingen

86. Ik had onenigheid met anderen

87. Ik voelde pijn of druk op de borst

88. Ik zag naar dingen uit

89. Ik dacht aan mijn dood of zelfmoord

90. Ik durfde niet alleen met het openbaar vervoer te reizen

91. Mijn werk of studie gaf me geen voldoening.

Als je niet werkt of studeert: Mijn dagelijkse verplichtingen gaven me geen voldoening.

92. Ik was opvliegend zonder aanleiding

93. Ik voelde mij duizelig of licht in het hoofd

94. Ik had zin om dingen te doen

95. Ik had geen zin in het leven

96. Ik had het gevoel dat ik teveel werkte of studeerde.

Als je niet werkt of studeert: Ik had het gevoel dat ik te druk was met m'n dagelijkse verplichtingen.

97. Ik had moeite om mijn woede te beheersen

98. Ik voelde tintelingen, bijvoorbeeld in mijn handen

99. Ik kon moeilijk voor mijn mening uitkomen

100. Ik was bang of angstig

101. Ik durfde niet alleen naar een drukke winkel te gaan

102. Ik trilde of beefde

103. Ik was bang om afgewezen te worden in een groep

104. Ik was schrikachtig

105. Ik was optimistisch over mijn toekomst

106. Ik werkte of studeerde minder hard dan voorheen.

Als je niet werkt of studeert: Ik stopte minder energie in mijn dagelijkse verplichtingen dan voorheen.

107. Ik voelde mij rillerig

108. Ik voelde mij de mindere van anderen

109. Ik was zenuwachtig en nerveus

110. Ik had plannen of stelde mezelf doelen

111. Ik had het gevoel dat het niet goed ging met mijn werk/studie.

Als je niet werkt of studeert: Ik had het gevoel dat ik mijn dagelijkse verplichtingen niet goed kon uitvoeren.

112. Ik voelde mij ongemakkelijk als anderen naar mij keken

113. Ik had interesse in dingen

114. Ik voelde mij hopeloos

115. Ik was vergeetachtig

116. Ik voelde mij somber of depressief

117. Ik voelde mij onrustig

118. Ik voelde me energiek en levenslustig

119. Ik wilde mensen het liefst slaan als dat werd uitgelokt

120. Ik had moeite om op gang te komen

121. Ik voelde mij onzeker in gezelschap

122. Ik voelde mij gespannen

123. Ik kon mij niet goed concentreren

124. Ik piekerde

Belangrijk: De volgende 14 stellingen zijn de laatste items van deze vragenlijst (2 minuten invultijd). Wat het eerst in je opkomt past vaak het beste, dus denk niet te lang over je antwoord na.

125. Wanneer een seksueel aantrekkelijke onbekende mij toevallig aanraakt, word ik gemakkelijk opgewonden

126. Als ik buitenshuis seks heb en ik denk dat er iemand vlakbij is, word ik meestal niet erg opgewonden, ook al gaat het om een besloten plek

127. Als ik door de telefoon praat met iemand met een sexy stem, raak ik seksueel opgewonden

128. Ik kan alleen opgewonden worden als ik me volledig concentreer op de seksuele prikkeling

129. Als ik in mijn eentje aan het masturberen ben en ik besef dat er mogelijk iemand op een bepaald moment kan binnenkomen, verlies ik mijn erectie / seksuele opwinding

130. Als ik me realiseer dat het risico bestaat dat ik een seksueel overdraagbare aandoening krijg, blijf ik niet gemakkelijk seksueel opgewonden

131. Als anderen mij kunnen zien terwijl ik seks heb, blijf ik niet gemakkelijk opgewonden

132. Als ik aan een erg aantrekkelijk iemand denk, word ik gemakkelijk seksueel opgewonden

133.

• Mannen: Als ik eenmaal een erectie heb, wil ik direct met gemeenschap beginnen voordat ik de erectie kwijt raak.
• Vrouwen: Als ik eenmaal opgewonden ben, wil ik direct met gemeenschap beginnen voordat ik mijn opwinding kwijt raak.

134. Als ik over seks ga fantaseren, word ik snel seksueel opgewonden

135. Als ik anderen bezig zie met seks, wil ik zelf ook seks hebben

136. Als ik afgeleid word door mijn gedachten, verlies ik gemakkelijk mijn erectie / opwinding

137. Als ik afgeleid word door muziek, televisie of een gesprek, kan ik niet makkelijk opgewonden blijven

138. Als een aantrekkelijk iemand met mij flirt, word ik gemakkelijk seksueel opgewonden